Wat ik leerde van mijn winterdepressies
Vroeger had ik, in deze tijd van het jaar, altijd last van een serieuze winterdepressie. Ik had zo'n enorme lichttherapie-lamp in huis waar ik 's morgens voor zat. Dat hielp. Al kreeg ik wel altijd kramp in mijn ogen en soms hoofdpijn van het felle licht.
Het feit dat die lamp in staat was om mijn stemming te verbeteren, betekende voor mij dat mijn winterdepressie een 'biologische' oorzaak moest hebben. Oftewel: dat ik niet per se moeite hoefde te doen om te zoeken naar andere oplossingen. Dat deed ik dus ook niet.
Altijd fijn als je geen verantwoordelijkheid hoeft te nemen voor dingen die in het leven niet gaan zoals je zou willen. Want als je het al lastig hebt, is het fijn als je jezelf (of je eigen gedrag) niet ook nog kritisch onder de loep hoeft te nemen. Toch?
Als in die tijd iemand tegen mij zou hebben gezegd dat ik zelf iets kon doen aan die winterdepressie (behalve voor die lamp zitten), zou ik me geïrriteerd en onbegrepen hebben gevoeld.
Ook nu nog kan ik zulke opmerkingen niet waarderen wanneer ik niet lekker in mijn vel zit (die momenten zijn er uiteraard nog steeds).
Net als dat iemand niet tegen me moet zeggen dat ik 'gewoon minder moet eten' als ik wil afvallen. Natuurlijk zit daar een kern van waarheid in, maar het gaat ook zo lekker makkelijk voorbij aan allerlei aspecten die een rol spelen in het grote geheel. Het is gewoon te simplistisch.
Nu kan ik iemand niet kwalijk nemen dat-ie te simpel denkt. Maar met het oordeel dat er vaak in zulke simpele opmerkingen verscholen zit, heb ik wel echt moeite.
Deze blog is voor iedereen die moeite heeft met de wintermaanden. Die worstelt om zijn energie op peil te houden, die worstelt met sombere gedachten, met (momenten van) zelfkritiek en zelfverwijt. Die het liefst in zijn bed blijft liggen tot het weer lente is. Of in een hutje op de hei bivakkeert, met rust gelaten door iedereen.
Ik ben net als jij. Ik ken het gevoel. Sterker nog, ik heb ook depressies gehad in de zomer. En ik sluit niet uit dat ik nog wel eens een depressieve episode zal doormaken, want mijn stemming is mijn zwakke plek – zoals dat bij iemand anders zijn buik, zijn rug, zijn verslavingsgevoeligheid, zijn narcisme, of wat dan ook is.
Ik wil je daarom graag vertellen wat ik van mijn depressies heb geleerd. Daar zit geen wijsneuzerige les in, alleen de wens om je ermee te inspireren.
Hierbij ga ik er wel van uit dat lichaam en geest één geheel zijn. Ook ga ik ervan uit dat (psychische en lichamelijke) symptomen ons vaak iets willen vertellen. Dat die symptomen uiterlijke signalen zijn van een complexer en deels onbewust geheel, dat – door middel van die symptomen – om aandacht en bewustwording vraagt.
Een jaar of zeven geleden, rond maart, realiseerde ik me voor het eerst dat ik de hele voorgaande winter de lamp niet nodig had gehad. Ook de winters erna bleef de lamp op zolder liggen. Inmiddels heb ik iemand anders er blij mee gemaakt.
Betekent dat dat ik fluitend en dansend de winter doorkom? Nee. Eigenlijk is er niets veranderd aan mijn neiging om me terug te trekken, om veel te slapen, om mijn activiteitenniveau terug te schroeven, om Heel Veel Rust te nemen.
Wat er wel is veranderd, is dat ik in die tijd op een andere manier naar mijn 'winterslaapneigingen' ging kijken. In de jaren ervoor had ik namelijk ervaren dat mijn lichaam een eigen wijsheid bevat, die de beperkte 'wijsheid' van mijn hoofd ver overstijgt.
Ik begon mijn winterslaapneigingen te zien als natuurlijk gedrag, als onderdeel van een natuurlijk ritme waaraan ik het beste kan toegeven.
In plaats van dat ik mijn winterslaapneigingen veroordeelde, stond ik mezelf toe om er meer aan toe te geven. Om minder te 'hoeven', om om half negen naar bed te gaan als ik daar zin in had, om stiller en meer teruggetrokken te zijn als ik daar behoefte aan had. Om de lat een stuk lager te leggen en een tijdje voorrang te geven aan activiteiten die ik het leukst en belangrijkst vond.
En wat er toen gebeurde, had ik nooit verwacht.
Wat bleek: als ik zonder zelfkritiek (!) toegaf aan mijn winterslaapneigingen, kreeg ik vroeg of laat als vanzelf weer zin om naar buiten te treden, om dingen te ondernemen, om in actie te komen. Die acties kwamen dan voort uit een natuurlijke, innerlijke 'drive', uit een energiek, kriebelend gevoel van 'zin hebben', en niet uit het gevoel dat ik iets 'moest'. Zelfs iets waar ik meestal een hekel aan heb, zoals stofzuigen, kon dan iets zijn wat ik op dat moment 'lekker' vond om te doen.
Dus terwijl ik toegaf aan mijn (soms extreme) behoefte aan rust, en mezelf daar niet om veroordeelde, ontstond er als vanzelf weer energie en motivatie om in beweging te komen. Als een natuurlijke slingerbeweging van rust - activiteit - rust. Een slingerbeweging die ik niet langer dwarsboomde door mezelf de rust te onthouden waar mijn lichaam om vroeg.
Zo werd ik over de hele linie opgeruimder en vrolijker. Actiever en energieker. Nog niet zo energiek als in de lente of in de zomer, maar dat hoefde ook niet. De natuur houdt ook rust in de winter, dus waarom ikzelf dan niet? Ik ben toch onderdeel van de natuur?
Wat er was veranderd, was mijn eigen houding. Vroeger veroordeelde ik mezelf en mijn lijf om mijn 'zwakte'. Ik probeerde mijn wil op te leggen aan de situatie, was in gevecht met wie en hoe ik op dat moment was.
Tegenwoordig kijk ik met een veel mildere, liefdevollere blik naar mezelf, waarbij ik mezelf de vraag stel wat ik nodig heb, en zoek naar manieren om daar zo goed mogelijk aan te voldoen.
We zijn vaak zo hard en veroordelend naar onszelf (en naar anderen). Dat is een houding die ingebakken zit in onze maatschappij, en die we vaak onbedoeld ook hebben meekregen (en misschien ook doorgeven) in onze opvoeding.
Die harde, veroordelende aandacht leidt tot afscheiding – het tegenovergestelde van verbinding. We voelen ons afgescheiden van de mensen om ons heen, van het grotere geheel, van ons eigen lichaam en van (de wijsheid van) de natuur.
Met de komst van mindfulness- en compassietrainingen is dat gelukkig aan het verschuiven. Veel mensen voelen en zien weer het belang van verbinding. Van liefdevolle, niet-oordelende aandacht. En merken hoe alles er, met en door die aandacht, ineens anders uit ziet.
Ik wens je daarom heel veel mildheid toe - in de eerste plaats jegens jezelf. Daarna wordt het vanzelf makkelijker om ook oprecht mild te zijn naar anderen. Verbeter de wereld, begin bij jezelf.
(Disclaimer: Mildheid leer je niet van de ene op de andere dag, dus veroordeel jezelf er ook niet om als het niet zomaar lukt om milder te zijn jegens jezelf. Zelf heb ik er mindfulnesstraining en therapie voor nodig gehad. Bovendien: de ene (winter)depressie is de andere niet, en jij zit natuurlijk ook weer anders in elkaar dan ik. Deze blog is bedoeld om je ertoe uit te nodigen om harde kritiek op jezelf en je situatie te vervangen door liefdevolle zelfzorg: om zorgzame en nieuwsgierige aandacht te hebben voor wat jij, met jouw unieke achtergrond, op elk willekeurig moment wellicht nodig hebt.)
PS Wil je leren om milder te zijn naar jezelf? Wil je ontdekken wat er gebeurt wanneer jij ook met zorgzame aandacht zou kijken naar jezelf en de eventuele moeilijkheid waarmee je worstelt? In mijn individuele mindfulnesstraining leer je deze vaardigheid. En omdat het een individuele training is, is er heel veel ruimte voor jou. Voor jouw specifieke moeilijkheid, jouw proces en de vragen die je daarbij hebt.