Over sturen op gevolgen, burn-out en terug naar het fundament
Traditiegetrouw kijk ik rond deze tijd terug op het afgelopen jaar. Wie mij een beetje kent weet dat ik sowieso nogal van de zelfreflectie en introspectie ben. Ik denk eigenlijk altijd na over mijn rol en aandeel in dingen die gebeuren, of mijn verhouding tot het wat grotere geheel. Mensen die dicht bij me staan vinden wel eens dat ik dat misschien wel te veel doe. Misschien soms iets te verantwoordelijk? Een beetje te betrokken? Wat teveel ge-denk?
In december neem ik dan de tijd om met wat meer afstand naar het hele jaar te kijken. Waar stond ik vorig jaar deze tijd? Omdat ik veel schrijf is dat makkelijk na te gaan, ik blader terug in agenda’s en notebooks. Bepaalde thema’s komen jaarlijks terug. Andere thema’s zijn nieuw. Sommige dingen ben ik alweer totaal vergeten en andere voelen alsof het vorige week was. Zo ook dit jaar.
Ik heb vaker het sterke gevoel gehad, dat deze tijd van Corona een tijd is die enorm uitvergroot wat er altijd al was. Zowel op individueel als op collectief niveau. Corona, de crisistijd, legt genadeloos de vinger op de zere plek. En op de gezonde, mooie plek overigens. Wat altijd al goed was, lijkt nu van extra waarde. Wat altijd al knelde en schuurde, is alleen maar harder gaan schuren. Het is een tijd die dwingt, tenzij je echt alleen maar gefocust bent op door willen met het leven zoals het altijd was, om echt te kijken naar de basis, het fundament. Maatschappelijk, maar zeker ook persoonlijk.
Ik las een artikel in De Groene Amsterdammer van Mathieu Segers, historicus, hoogleraar en lid van de WRR. Zijn artikel ging over de Nederlandse arrogantie, ons valse zelfbeeld van superioriteit. Een boeiend artikel, waar ik niet op alle punten in mee ga, maar de hoofdlijn herken ik zeker. Ik interpreteer het wat vrij, maar wat bleef hangen was zijn observatie dat we in Nederland vooral sturen op gevolgen, niet op oorzaken. En dat dat uiteindelijk ten koste gaat van het fundament. De basiswaarden van een samenleving. We vergeten waar het echt om gaat. Hij gebruikt daarvoor in het artikel de Corona crisis als aanleiding, maar trekt het ook breder. In mijn neiging tot zelfreflectie en introspectie, gebruikte ik zijn observatie om het juist eens smaller te maken. Als ik kijk naar mezelf, naar mijn - wat tegenwoordig zo modieus heet ‘persoonlijk leiderschap’, stuur ik (mezelf) dan op gevolgen of op oorzaken?
Het jaar 2021 bestaat voor mij uit twee delen. Het deel voor de zomer, waarin ik vrijwel alleen maar bezig was met werk en overeind blijven om dat werk te doen, op basis van mijn standaards, en het deel vanaf de zomer, waarin ik thuis aan het herstellen ben van een stevige burn-out. Het kantelpunt ligt bij het bezoek aan mijn huisarts, die me zachtmoedig, maar zonder omhaal en indringend zei “ik geloof zomaar dat u goed voor zichzelf gezorgd heeft de afgelopen tijd, maar als je dat steeds blijft doen om de verkeerde redenen, om je staande te houden, gaat er in beginsel, in de basis, al iets niet goed, wel?”
Dat zinnetje “om de verkeerde redenen” bleef lang hangen en kwam weer boven toen ik Segers’ artikel las over sturen op gevolgen, in plaats van op oorzaken. Dat was wat ik deed, maanden, misschien wel jaren lang. Sturen op gevolgen. Reactief. En ik dácht dat met het goed zorgen voor mezelf, ik ook goed bezig was met zorgen voor het fundament, mijn basis. Na mijn bezoek aan de huisarts begreep ik langzaam, dat ik mijn basis juist steeds verder verlaten had, het fundament verwaarloosd.
Mijn lijf was helemaal niet zo gezond als ik vond dat het was. Ja, ik zorgde er goed voor en zodoende was het gezond genoeg om door te gaan, maar dat ik in de tussentijd structureel aan mijn basisgezondheid aan het inboeten was, had ik pas een maand of twee na het huisartsbezoek echt door. Op drie plekken, in rug en heupen, beknelde zenuwen, van het ‘strak staan’ om op de dagelijkse ‘gevolgen’ te blijven sturen, om een voorbeeld te noemen. De fysiotherapeut had er zijn handen vol aan maandenlang. En nog herstel ik van de gevolgen. Ja mijn huis was goed op orde en een prettige plek om te verblijven, maar echte rust vond ik er niet meer. Het was een plek geworden om op te laden om weer door te kunnen, in plaats van vooral een thuis om te zijn, mezelf te zijn. En ook mentaal, begon langzaam door te dringen, dat ik mijn identiteit ben gaan ontlenen aan ‘gevolgen’ om op te sturen. En toen die eenmaal noodgedwongen wegvielen, bleef ik zitten met een warrige basis. Brokstukken fundament, waarvan ik sommige nauwelijks meer herkende. Wie ben ik eigenlijk in de kern? Wat vind ik nou echt en waar sta ik voor? Ja, ik had mijn principes, mijn basiswaarden. Maar waren die echt van mij? Of had ik die ontwikkeld als reactie op mijn omgeving en wat er van me verwacht werd? Of wat ik dácht dat er van me verwacht werd? Waar ging en gaat het me nou echt om?
En zo is het terugkijken in december, niet alleen een terugkijken op het jaar 2021. Het is een terugkijken op de hele Coronatijd en op misschien nog wel een veel langere periode. En vooral een terugkijken op mezelf, op mijn fundament, terug naar ‘oorzaken’. Wat blijft er over als alle rollen, dagelijkse gebeurtenissen en taken, alle gevolgen wegvallen. Wat is dan de basis?
Ik doorleef in zekere zin mijn eigen Corona crisis. Die niets met Corona te maken heeft, maar misschien wel iets met een persoonlijke vorm van Segers’ misplaatste gevoel van superioriteit. Denkend dat je het allemaal goed onder controle hebt, juist ook in tijden van tegenwind, maar in de kern, beetje bij beetje, vrijwel ongemerkt, als de spreekwoordelijke kikker in de steeds heter wordende pan met water, wegdrijft van het fundament. Jezelf terugkijkend dingen zien doen waarvan je ineens zo haarscherp voelt dat dat niet goed voor je was, sterker: indruist tegen vrijwel alles waar je voor staat. Maar dat niet zien op dat moment, omdat alles waar je voor staat bedolven was onder een laag ‘gevolgen’, denkend dat het de goede redenen waren. Als je te lang goede dingen doet om de verkeerde redenen, ga je beetje bij beetje de verkeerde dingen doen, vanwege die verkeerde redenen.
Het is een lesje in nederigheid, kan ik wel zeggen. Niet fraai, pijnlijk en uiterst oncomfortabel. Het goede nieuws is dat ik de basis weer zie, voel en ervaar, stukje bij beetje. Ik begin mezelf weer te herkennen. En zoals clichés nooit voor niets clichés blijken te zijn, ga ik ervan uit sterker uit deze periode te komen. Dat gun ik ons land, vanuit Segers’ brede perspectief, waaraan ik dan mijn eigen perspectief weer toevoeg: want, vraag ik me wel eens af, zit het hele land niet ook in een soort burn-out? Maar ik gun het zeker ook mezelf, vanuit het wat kleinere, persoonlijk perspectief. Never waste a good crisis, nietwaar?